Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Klinieken en centra

Interne Geneeskunde

De afdeling Interne Geneeskunde onderzoekt en behandelt honden en katten met problemen aan de interne organen en het bloed. Wanneer u een second opinion wilt bent u bij ons ook aan het juiste adres.

Voor het maken van een afspraak belt u op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur met onze patiëntadministratie 030 – 253 9411.

Als uw dier eerder is behandeld bij de afdeling Interne Geneeskunde, kunt u voor overleg met de behandelend dierenarts/specialist gebruik maken van een terugbelverzoek. Dit verzoek kunt u indienen tijdens kantooruren, via 030 – 253 9411. U kunt ook gebruik maken van een van de spreekuren. Na het polibezoek ontvangt u een telefoonlijst met daarop de dag en tijd van de betreffende spreekuren.

Spoedconsult/opname

Bij een aantal nierfunctiestoornissen, plotse bloedarmoede, plotse verlamming of ernstige stoornissen in de zoutbalans, kan een spoedconsult en soms ook opname nodig zijn. Ook als u al eens met uw huisdier in het dierenziekenhuis bent geweest en het gaat plotseling niet goed met uw dier, is er sprake van een spoedgeval.

Neemt u bij een spoedgeval altijd eerst contact op met uw eigen dierenarts. Lees meer over wat u kunt doen bij spoedgevallen.

Nuchter

Voor een onderzoek of operatie moet uw dier nuchter zijn. Dit houdt in:

  • Dieren van 4 maanden en ouder mogen, op de avond vóór uw afspraak, tot 22:00 uur eten. Tenzij u andere instructies hebt ontvangen van ons. Na 22.00 uur mogen ze alleen nog water drinken.
  • Pups en kittens jonger dan 4 maanden mogen, op de avond vóór uw afspraak, vanaf 22:00 uur alleen nog lichte vloeibare maaltijden hebben. Tenzij u van ons andere instructies hebt ontvangen. Dit kan een drankje of papje zijn, dus geen brokjes, vlees of ander puppy- of kittenvoer. U mag deze lichte vloeibare maaltijden aanbieden tot vier uur voor de afspraak. Daarna mogen pups en kittens alleen nog water drinken.

Uitzonderingen op deze regel zijn:

  • Honden met het syndroom van Cushing die behandeld worden met Vetoryl® (trilostane) en die komen voor een controle van dit medicijn. Dit medicijn moet namelijk met het eten gegeven worden. Honden met het syndroom van Cushing die niet voor een Vetoryl-controle komen, moeten nuchter zijn.
  • Patiënten met suikerziekte die met insuline worden behandeld. Als patiënten met suikerziekte wel nuchter moeten komen dan mag er ’s ochtends geen insuline worden toegediend.

Medicijnen

Als uw huisdier medicijnen krijgt, mag u deze gewoon blijven toedienen volgens de voorschriften van de dierenarts. Bij een afspraak voor een behandeling waarbij ook anesthesie ofwel ‘narcose’ wordt toegepast kunt u het beste vooraf overleggen met de behandelend dierenarts over het stoppen of doorgaan met toedienen van medicijnen.

N.B. Als u medicijnen geeft (na 22:00 uur de avond voor anesthesie) mag dit alleen gebeuren zonder voedsel (dus niet met een blokje kaas of vlees, etc).

Neem bij twijfel altijd contact op met de patiëntenadministratie, 030 – 253 9411.

Urine/ontlasting meenemen

Bij enkele poli’s gelden aanvullende instructies:

  • poli Algemene Interne Geneeskunde: wij verzoeken u een kleine hoeveelheid ontlasting en urine (ca. 1 borrelglas) van uw dier mee te nemen;
  • poli Gastro-enterologie: wij verzoeken u een kleine hoeveelheid ontlasting van uw dier mee te nemen;
  • poli’s Nefrologie en Urologie: wij verzoeken u urine van uw dier mee te nemen (ca. 1 borrelglas).

Bij ontlasting gaat het om kleine hoeveelheden van 3 opeenvolgende dagen voorafgaand aan uw bezoek (telkens ca. 1 eetlepel). Het laatste monster moet opgevangen zijn op de ochtend van uw bezoek. U kunt de ontlasting bewaren in de koelkast.

Vervolgonderzoek en/of opname

Wanneer het probleem niet binnen een poliafspraak opgelost kan worden of als er vele onderzoeken nodig zijn om de gehele ziekte in beeld te brengen, kan het zijn dat wij u aanraden om uw huisdier op te laten nemen op de interne verpleegafdeling (IVA) van ons dierenziekenhuis. Zodra de uitslag van een bepaald onderzoek bekend is, kunnen wij direct verder gaan met de volgende stap in het onderzoek. Indien gewenst kunnen tijdens de opnameperiode ook meerdere specialisten uw huisdier onderzoeken. De diagnose kan hiermee sneller vastgesteld worden. Bovendien hoeft u dan niet voor ieder vervolgonderzoek heen en weer te reizen.

In alle gevallen geldt dat wij eerst met u overleggen.

Binnen de afdeling zijn er verschillende poliklinieken waar u met uw dier terecht kunt. Deze poliklinieken zijn ingedeeld aan de hand van het soort probleem/behandeling en de betreffende lichaamsdelen en organen van het dier.

De afdeling Interne Geneeskunde heeft veel specialistische kennis en kunde over de interne organen en het bloed. De dierenartsspecialisten van deze afdeling hebben zich namelijk volledig toegelegd op het vaststellen en behandelen van inwendige ziekten. De specialisten van verschillende poliklinieken werken veelal samen. In een zogenaamd multidisciplinair overleg bespreken ze de behandeling en de gezondheidstoestand van een hond of kat, om zo de beste behandeling en zorg te kunnen geven. Dit multidisciplinaire overleg binnen een dierenkliniek is uniek in Nederland.

Specialisten

De dierenartsen van de Interne Geneeskunde hebben allen een specialistenopleiding gevolgd. Een aantal van deze dierenartsenspecialisten hebben een of meerdere aandachtsgebieden, maar allen kunnen elkaar vervangen. Patiënten met aandoeningen van verschillende aandachtsgebieden worden in een multidisciplinair overleg besproken.

De specialisten in opleiding zijn dierenartsen die de opleiding tot Europees specialist  interne geneeskunde volgen en begeleid worden door een dierenartsspecialist.