Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Kennisbank

Aandoeningen van gebit, kaak, kaakgewricht en kaak- en voorhoofdsholten

De klachten of verschijnselen bij deze aandoeningen van gebit, kaak, kaakgewricht en kaak- en voorhoofdsholten kunnen variëren, afhankelijk van de oorzaak. Als een paard problemen vertoont bij het rijden, kan de oorzaak in het gebit liggen (wolfskiesjes zitten bijvoorbeeld vaak daar waar het bit ligt). Bloed uit de mond kan duiden op een kaakfractuur. Ook eetproblemen, vermageren, pusachtige neusuitvloeiingen (vaak aan één kant) of een onaangename geur uit neus of mond kunnen betekenen dat het paard last heeft van een kies, van een voorhoofdsholte of een kaakholte. Ook kunnen er andere problemen in de voorste luchtwegen aanleiding geven tot dit soort klachten waarvoor het paard bij de afdeling Inwendige Ziekten onderzocht zal moeten worden.

Diagnose

De diagnose van gebitsproblemen wordt gesteld door klinisch onderzoek waarbij het gebit uitgebreid bekeken wordt, eventueel wordt ook met een starre scoop (camera met lampje in een stevige buis) in de mond gekeken om de kiezen meer in detail te kunnen bekijken. Dit onderzoek wordt eventueel aangevuld met endoscopisch onderzoek via de neus (met een camera in een flexibele slang), röntgenfoto’s of zelfs een CT- of een MRI-onderzoek.

Behandeling

Afhankelijk van de aandoening passen we de volgende behandelingen toe:

  • behandeling met medicijnen
  • gebitselementen (tanden of kiezen) verwijderen
  • soms is het nodig de kaak- of voorhoofdsholte te openen en te spoelen
  • eventuele tumoren of andere woekeringen chirurgisch verwijderen

Eventuele afwijkingen in het gebit, zoals scherpe punten of haken, kunnen wij behandelen met zowel handraspen als elektrische apparatuur. Over het algemeen wordt de elektrische rasp goed verdragen door de paarden. Afhankelijk van de ernst van de gebitsafwijkingen, het karakter van het paard en de wens van de eigenaar wordt het paard al dan niet verdoofd.

Een te grote ruimte tussen de kiezen (een diastase) kan gaan ontsteken wanneer hier voedsel gaat ophopen. Deze tandvleesontstekingen zijn vaak erg pijnlijk voor het paard. De behandeling bestaat meestal uit het schoonmaken van deze ruimte en eventueel opvullen met een kunststof zodat ontstoken tandvlees de kans krijgt om te genezen. Vaak zijn (tijdelijke) dieetaanpassingen nodig. In sommige gevallen wordt er voor gekozen om de diastase juist groter te maken zodat voer zich minder makkelijk kan ophopen.

Soms is uitgebreidere behandeling noodzakelijk. U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld het verwijderen van een tand of kies, of aan het spoelen van een kaakboezem of voorhoofdsholte. Soms kan dit staand maar vaak moet dit onder algehele anesthesie.

Niet alle aangetaste kiezen kunnen via de mond getrokken worden. Soms moet operatief ingegrepen worden om een aangetaste kies volledig te kunnen verwijderen. Voor problemen van de kaak- en voorhoofdsholten geldt dat vaak uitgebreide diagnostiek in de vorm van een CT-scan noodzakelijk is om een goede diagnose te kunnen stellen. Afhankelijk daarvan kan besloten worden of kan worden volstaan met het boren van een gaatje in de holte om deze te kunnen spoelen of dat uitgebreider chirurgisch ingrijpen nodig is waarbij de holte verder geopend wordt. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het verwijderen van weefselwoekeringen of cystes uit de holtes.

Voor breuken van de kaak geldt dat de behandeling en de kans op succesvol herstel mede bepaald wordt door de plaats waar de breuk zich bevindt. Breuken in het voorste gedeelte van de kaak (waar zich de snijtanden bevinden) kunnen vaak gerepareerd worden door een beugel van staaldraad aan te leggen rond de tanden en genezen meestal goed in zo’n zes weken tijd. Breuken verder naar achter zijn vaker gecompliceerder en hiervoor is meestal ingewikkeldere chirurgie noodzakelijk.

Afhankelijk van het soort aandoening kunt u hiervoor terecht bij de afdeling Heelkunde – Tandheelkunde of de afdeling Inwendige Ziekten van de Universiteitskliniek voor Paarden. Veel gebitsbehandelingen worden ook aan huis uitgevoerd door de paardentandarts van de Ambulante Kliniek voor Paarden.

Nazorg

De nazorg is geheel afhankelijk van de behandeling. In veel gevallen hoeft u als eigenaar niets te doen, zeker niet wanneer het een reguliere behandeling van het gebit betreft.

Soms kan het nodig zijn voor korte of langere tijd het rantsoen aan te passen of bijvoorbeeld de mond te spoelen, bijvoorbeeld bij paarden met diastasen of met een kaakfractuur. Uw behandelend dierenarts zal u duidelijk uitleggen wat u thuis moet doen.

Afhankelijk van de uitgebreidheid van een chirurgische ingreep en de benodigde nazorg zal uw paard enkele dagen tot enkele weken (bijvoorbeeld in het geval van een uitgebreide operatie aan de kaakholte) moeten blijven.

Risico’s

In het algemeen geldt voor paardachtigen dat bij narcose de kans op complicaties iets groter is dan bij andere diersoorten. Vandaar dat wij het dier voor en na de narcose graag willen kunnen observeren. Lees meer over narcose bij paarden.

Het artikel ‘Zeg eens Aaaa’ in tijdschrift de Hoefslag beschrijft een aantal veel voorkomende tandproblemen bij paarden. Hanneke Hermans, specialist Chirurgie, geeft uitleg bij de tandproblemen en benoemt een aantal mogelijke oplossingen.

U kunt hier het volledige artikel lezen (www.hoefslag.nl – de Hoefslag, november 2014).