Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Nieuws

Brucella canis bij honden in Nederland


Onlangs is bij enkele honden in Nederland een infectie met de bacterie Brucella canis vastgesteld. Tot deze recente gevallen was in Nederland deze bacterie nog nooit aangetoond. In andere Europese landen worden soms wel infecties met deze bacterie gezien en in Amerika komen infecties met Brucella canis regelmatig voor. Brucella canis kan ook gevaarlijk zijn voor mensen.

De Nederlandse honden waarbij een infectie met Brucella canis werd vastgesteld waren allemaal afkomstig uit Oost-Europa (Bulgarije en Roemenië). De honden waren in 2016 via verschillende stichtingen vanuit Oost-Europa naar Nederland gekomen. Hoogstwaarschijnlijk hadden de honden de infectie al opgelopen in het land van herkomst. Een deel van de honden had namelijk al ziekteverschijnselen toen ze naar Nederland kwamen. Daarnaast waren een aantal honden afkomstig uit hetzelfde nest. Het lijkt dus aannemelijk dat deze honden al in de baarmoeder of als jonge pup besmet zijn geraakt.

Gevolgen van een infectie

Bij honden

Brucella canis kan in verschillende lichaamsdelen/organen infecties veroorzaken. Het meest bekend zijn ontstekingen van de geslachtsorganen (testikel, bijbal, prostaat) bij de reu. Bij de drachtige teef kan een infectie met Brucella canis vroeggeboorte of doodgeboren pups veroorzaken. Daarnaast kunnen er ontstekingen in gewrichten, ogen en hersenen optreden. De ziekteverschijnselen die bij de geïnfecteerde honden werden gezien zijn kreupelheid, en rug- en nekpijn ten gevolge van een ontsteking van één of meer wervels of tussenwervelschijven (discospondylitis).

Bij mensen

Klinische klachten kunnen uiteenlopen van een milde vermoeidheid, vermoeidheid met wisselende koorts tot een ziektebeeld met hoge koorts, vermoeidheid, malaise, misselijkheid, rillingen, nachtzweten en hoofdpijn.

Wijze van besmetting

Bij honden

Bij vroeggeboorte of doodgeboorte veroorzaakt door Brucella canis komt de bacterie in hoge aantallen voor in het vruchtwater en de vaginale uitvloeiing van de geïnfecteerde teef. Bij een geïnfecteerde reu komt de bacterie in hoge aantallen voor in sperma en bij een dekking kan de bacterie overgedragen worden op de teef. De bacterie kan in lage aantallen ook voorkomen in andere lichaamsvloeistoffen, zoals urine, speeksel, neus- en ooguitvloeiing.

Bij mensen

Mensen kunnen besmet raken als besmette lichaamsvloeistoffen in contact komen met de slijmvliezen of de beschadigde huid. Met name mensen die bijvoorbeeld assistentie bieden bij vroeggeboorte of doodgeboorte van honden kunnen besmet raken. Jonge kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderde afweer zijn gevoeliger voor een infectie. Overdracht van mens op mens is overigens zeer zeldzaam.

Behandeling

Bij honden

Honden met chronische infecties van de tussenwervelschijven ten gevolge van Brucella canis kunnen behandeld worden met antibiotica. Daarmee zullen de klinische klachten hoogstwaarschijnlijk afnemen, maar de bacterie kan zeer hardnekkig aanwezig blijven op plaatsen waar die moeilijk bereikbaar is voor antibiotica en/of de afweer van de hond zoals in de tussenwervelschijven. Om verspreiding via dekkingen te voorkomen adviseren wij dringend om besmette honden te laten castreren of steriliseren.

Bij mensen

Mensen met infecties ten gevolge van Brucella canis kunnen behandeld worden met antibiotica. Dit geeft meestal een snel herstel. Bij mensen is een  behandeling met antibiotica vaak wel voldoende om de bacterie volledig te doen verdwijnen.

Controle op Brucella canis

Als uw hond klinische klachten vertoont die hierboven genoemd worden en u nader onderzoek wenst van de wervelkolom, kunt u contact opnemen met de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren (UKG) voor een afspraak (telefoonnummer 030-2549411, e-mail ChirurgieUKG@uu.nl of ReceptieUKG@uu.nl). Hiervoor is een verwijsbrief van uw eigen dierenarts nodig.

Als u wilt weten of uw (uit het buitenland afkomstige) hond besmet is, ga dan naar uw dierenarts. Uw dierenarts kan dan bloed afnemen en dit laten onderzoeken op antistoffen tegen de bacterie. Dit kan uiteraard ook tegelijkertijd bij een bezoek aan de UKG gedaan worden. Als uit dit onderzoek blijkt dat uw hond antistoffen tegen Brucella canis heeft, is uw dierenarts verplicht om dit te melden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. In overleg met u en uw dierenarts zal de NVWA bespreken of er vervolgonderzoeken/-stappen nodig zijn.